De kinderweek heeft mij écht geholpen
Johathan was nog maar één jaar oud toen hij brandwonden opliep aan zijn schouder, borst en arm. Zelf weet hij er niks meer van, maar zijn ouders hebben hem verteld wat er is gebeurd. “Toen ik klein was vond ik onderzetters heel interessant. Mijn moeder had thee op een laag tafeltje gezet op onderzetters. Ik wilde de onderzetter pakken en trok hierbij de thee over mezelf heen.”
Na het koelen ging Johathan met zijn ouders naar de huisarts. “Ik hoefde niet naar het ziekenhuis en daarom is het waarschijnlijk ook minder goed geheeld dan wanneer ik wel was doorverwezen.” De huisarts stuurde hem naar huis en hij moest voor elke verbandwissel terugkomen. “Het verband dat ze op de wond deden, bleef kleven en moesten ze telkens weer los zien te krijgen. Dat deed heel veel pijn.” Pas jaren later zijn ze naar het brandwondencentrum geweest om de littekens wat beweeglijker te maken. “Ik word nog steeds behandeld zodat ik mijn arm wat beter kan bewegen. Het is pijnlijk, maar de behandelingen helpen wel.”
Toen Johathan op 4-jarige leeftijd naar school ging, merkte hij wel verschil met de andere kinderen uit zijn klas. “Het was wel vreemd omdat iedereen ziet dat je anders bent. Dan krijg je allemaal vragen over je heen. Soms vervelend, maar ook fijn dat ze het daarna niet meer vragen.” Johathan moest natuurlijk veel meer naar het ziekenhuis dan andere kinderen. “Dus het opgroeien was wel iets anders voor mij. Je hebt iets bij je. Eigenlijk hetzelfde als een tatoeage: het kan niet weg. Ik had het liever niet gehad, maar ik kan er nu niks meer tegen doen.”
Gelukkig voelde hij zich niet overal anders. Daar heeft de kinderweek Johathan bij geholpen. “Ik ga al mee sinds ik negen was. Het leukste vind ik met elkaar zijn, erover praten met andere kinderen en leuke dingen doen.” Deze echte durfal hoeft niet lang na te denken over zijn favoriete activiteit tijdens de kinderweek. “Het allerleukste in die paar jaar vond ik zweefvliegen. Het uitzicht was prachtig en het gaf een enorme kick toen ik het had gedaan. Dat was wel heel bijzonder.”